Functies in het onderwijs

Wil je meer weten over de verschillende functies in het onderwijs? Van leraar tot schoolleider en van roostermaker tot conciërge? Lees dan verder!

Functies in het basisonderwijs

Op een basisschool zijn er naast leerkrachten nog veel andere personeelsleden die goed onderwijs mogelijk maken. Er zijn natuurlijk onderwijsassistenten, locatieleiders, teamleiders, intern begeleiders, remedial teachers, conciërges, gymleerkrachten en administratief medewerkers. Deze lijst is niet eens volledig, want iedere school is zelf verantwoordelijk voor de taakverdeling over verschillende functies. In onze kennisbank plaatsen we steeds meer informatie over de verschillende functies in het basisonderwijs.

Functies in het voortgezet onderwijs

Ook op middelbare scholen bestaat het personeelsbestand uit meer werknemers dan alleen de docenten. Naast de leraren voor de verschillende vakken spelen het managementteam, de conciërges, de roostermakers, de onderwijsondersteuners en de zorgmedewerkers een onmisbare rol op school. En dan is deze lijst nog niet eens volledig! In onze kennisbank kun je steeds meer vinden over de verschillende functies in het voortgezet onderwijs.

Functies in het mbo

Het onderwijsteam en de samenwerking tussen de verschillende functies is een van de belangrijkste uitgangspunten binnen het mbo. Docenten en instructeurs ontwikkelen in overleg hun onderwijs. Daarnaast zorgen onder andere de onderwijsondersteuners, roostermakers, teamleiders en conciërges ervoor dat studenten dagelijks goed onderwijs kunnen volgen. We plaatsen in onze kennisbank steeds meer informatie over de verschillende functies in het mbo.

Deze vragen worden veel gesteld over de functies in het onderwijs

Werken op school

Als leraar/docent

Werken op school

Als gastdocent

  • Je mag als gastdocent zonder bevoegdheid lessen verzorgen op school. Dat mag (op jaarbasis) gemiddeld 6 lesuren per week.
    Lees meer
  • Je kunt op vacaturesites zoeken met termen als ‘gastdocent’ en ‘gastles’. Daarnaast zijn er instanties en bedrijven die eigen personeel inzetten om gastlessen te verzorgen. Ook kun je zelf contact opnemen met middelbare scholen of mbo-instellingen om te zien of er vraag is naar jouw expertise.
    Lees meer
  • In het basis- en voortgezet onderwijs heb je een bevoegdheid nodig om voor de klas te staan, met uitzondering van leraren in opleiding en gastdocenten. Binnen het mbo is ‘bevoegd' geen wettelijke term: het schoolbestuur bepaalt daar of jij vakinhoudelijk, vakdidactisch en pedagogisch bekwaam bent.
    Lees meer
Werken op school

In een andere functie

  • Er zijn twee opleidingen tot instructeur: een 1-jarige mbo4-opleiding ‘Instructeur mbo’ en een 2-jarige educatieve associate degree tot onderwijsondersteuner. Om toegelaten te worden moet je inhoudelijke kennis van je vak hebben, bijvoorbeeld door relevante werkervaring en vooropleidingen.
    Lees meer
  • Praktijkopleiders begeleiden de stage en/of werkplek van (v)mbo’ers binnen hun bedrijf en onderhouden contact met de school waar de stagiairs hun opleiding volgen. Praktijkopleiders vervullen een belangrijke rol binnen het mbo: sommige mbo-studenten besteden meer tijd op de werkvloer dan op school.
  • Een intern begeleider (IB'er) begeleidt en ondersteunt bij leerlingenzorg op een school. Ook levert een IB'er een bijdrage aan het implementeren van vernieuwingen in het zorgbeleid op school. Het precieze takenpakket van een intern begeleider kan per school verschillen.
    Lees meer
  • Een remedial teacher geeft extra begeleiding aan kinderen in het primair onderwijs. Dat gebeurt tijdens of buiten schooltijd op verzoek van een leraar of van de ouders/verzorgers. Een remedial teacher helpt bijvoorbeeld met lezen, rekenen, spellen, of met concentratie- of planproblemen.
    Lees meer
  • Een school moet aan de onderwijsinspectie kunnen aantonen dat alle medewerkers in bezit zijn van een VOG en dus geen strafbare feiten hebben gepleegd die een bezwaar vormen voor de functie die zij uitoefenen.
    Lees meer
  • In een mbo-school bestaat het onderwijsteam uit docenten en instructeurs. Instructeurs zijn meestal verantwoordelijk voor de praktijkonderdelen van de opleiding. Ze geven regelmatig zelfstandig (delen van) lessen, maar altijd onder verantwoordelijkheid van een docent.
    Lees meer
Onderwijssysteem

Onderwijssectoren

  • Het traditioneel vernieuwingsonderwijs bestaat uit verschillende onderwijsconcepten die afstand nemen van het reguliere, klassikale onderwijs. Dit zijn: montessori-, dalton-, vrije-, jenaplan- en freinetscholen.
    Lees meer
  • 10-14-onderwijs is voor leerlingen van 10 tot 14 jaar. Deze scholen staan ook wel bekend als tienerscholen. Leerlingen krijgen op deze scholen meer tijd om te ontdekken wat ze willen en kunnen en wat bij hen past, voordat ze een keuze voor een middelbare school moeten maken.
    Lees meer
  • De afkorting lwoo staat voor leerwegondersteunend onderwijs. Lwoo is onderwijs aan vmbo-leerlingen van de basis- en soms van de kaderberoepsgerichte leerweg. Het biedt leerlingen met leerachterstanden extra ondersteuning, zodat ze makkelijker hun diploma kunnen halen.
    Lees meer
  • Het praktijkonderwijs valt onder het voortgezet onderwijs en is voor leerlingen die moeite hebben hebben met leren op een traditionele manier. Ze krijgen in kleine groepen les in een aantal schoolvakken, in praktijkvakken en in algemene vaardigheden, zoals zelfredzaamheid en werknemersvaardigheden.
    Lees meer
  • Het vavo is de afkorting van het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs. Op het vavo kunnen volwassenen een vmbo-tl-, havo- of vwo-diploma of deelcertificaten voor bepaalde schoolvakken halen. Het vavo wordt aangeboden door mbo-instellingen door heel Nederland.
    Lees meer
  • Onder de parapluterm speciaal onderwijs vallen het speciaal basisonderwijs (sbo), het speciaal onderwijs (so) en het voortgezet speciaal onderwijs (vso).
    Lees meer
  • Primair onderwijs en basisonderwijs worden vaak door elkaar gebruikt, maar deze termen betekenen niet hetzelfde. Primair onderwijs is de parapluterm voor het reguliere basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs, het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs.
    Lees meer
Onderwijssysteem

De drie bevoegdheden

  • Een eerstegraads bevoegdheid kun je halen via een zij-instroomtraject of via een masteropleiding aan een hogeschool of universiteit. Er zijn drie varianten van de eerstegraads masteropleidingen: een hbo-masteropleiding (na een tweedegraads bevoegdheid), een 1-jarige en 2-jarige universitaire master.
  • Met een tweedegraads bevoegdheid mag je lesgeven in het schoolvak waarvoor jij bevoegd bent. Je mag lesgeven in het vmbo, het voortgezet speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs, het mbo (waar ook volwasseneneducatie onder valt) en de onderbouw van havo en vwo.
    Lees meer
  • Met een eerstegraads bevoegdheid mag je lesgeven in het schoolvak waarvoor jij bevoegd bent. Je mag lesgeven in alle klassen van vmbo, havo en vwo, het voortgezet speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs, het mbo (waar ook volwasseneneducatie onder valt).
    Lees meer
  • Met deze bevoegdheid kun je lesgeven op de basisschool, in het praktijkonderwijs, op scholen voor speciaal (basis)onderwijs en in het voortgezet speciaal onderwijs. Echter, indien een school voor voortgezet speciaal onderwijs zelf eindexamens afneemt, heb je een tweedegraads bevoegdheid nodig.
    Lees meer
  • Ja, je kunt met een tweede- of eerstegraads bevoegdheid lesgeven in het basisonderwijs, maar alleen als vakdocent. Je kunt dus bijvoorbeeld geschiedenislessen geven op de basisschool als je een tweede- of eerstegraads bevoegdheid voor het schoolvak geschiedenis hebt.
    Lees meer
  • Ja, met een pabodiploma van vóór 1986 (van de Pedagogische Academie) mag je lesgeven in het vso, het praktijkonderwijs en je mag Nederlands geven in het vmbo. Op je getuigschrift moet dan wel de bevoegdheid 'Nederlands 3e graads' vermeld staan.
  • Nee, met een pabodiploma ben je niet bevoegd om les te geven in het voortgezet onderwijs en dus ook niet in het vmbo, tenzij je het het aanvullende certificaat ‘Groepsleerkracht onderbouw vmbo basis/kader’ hebt behaald. In alle andere gevallen heb je minimaal een tweedegraads bevoegdheid nodig.
  • Met een eerstegraads bevoegdheid mag je lesgeven in alle klassen van het voortgezet onderwijs, in het volwassenenonderwijs, in het mbo en in het praktijkonderwijs. Je mag zelfs in het primair onderwijs lesgeven, mits je een schoolvak geeft dat overeenkomt met een vak dat daar wordt gegeven.
    Lees meer
  • Met een tweedegraads bevoegdheid mag je lesgeven in de onderbouw van havo/vwo, in het vmbo, in het volwassenenonderwijs, in het mbo en in het praktijkonderwijs. Je mag zelfs in het primair onderwijs lesgeven, mits je een schoolvak geeft dat overeenkomt met een vak dat daar wordt gegeven.
    Lees meer
Onderwijssysteem

Meer vragen over bevoegdheden

  • Bij sommige lerarenopleidingen kun je twee bevoegdheden in één keer halen. Een voorbeeld hiervan is een tweedegraads bevoegdheid voor twee schoolvakken of profielen, of een tweedegraads bevoegdheid en een bevoegdheid voor het primair onderwijs. Met deze gecombineerde opleidingen ben je breder inzetbaar.
    Lees meer
  • Er bestaat inmiddels geen lerarenopleiding meer die studenten opleidt voor deze bevoegdheid, maar tot de jaren 70 bestond de derdegraads bevoegdheid naast de eerste- en een tweedegraads bevoegdheid. Heb jij een oud diploma met een derdegraads bevoegdheid? Dan mag je jouw vak verzorgen in het vmbo.
    Lees meer
  • De term ‘bevoegd’ is geen wettelijke term binnen het mbo. Om in het mbo les te kunnen geven hoef je dus geen bevoegdheid te hebben. Met een tweede- of eerstegraads lesbevoegdheid ben je mogelijk wel benoembaar in het mbo. Het schoolbestuur van een mbo-school bepaalt of je bekwaam bent.
    Lees meer
  • Ja, als je les wilt geven moet je in principe een lerarenopleiding of zij-instroomtraject hebben afgerond, tenzij je als gastdocent lesgeeft. Met jouw bevoegdheid, diploma, certificaat of getuigschrift kun je aantonen dat je vakinhoudelijk, vakdidactisch en pedagogisch bekwaam bent om les te geven.
    Lees meer
  • Nee, er bestaat geen aparte bevoegdheid om les te geven in het hoger onderwijs (hbo en wo). Veel onderwijsinstellingen vragen wel ten minste een hbo- of wo-diploma, maar soms is het ook een vereiste dat je gepromoveerd bent. Verder word je vaak verplicht om een basiskwalificatie onderwijs (BKO of BDB) te halen.
  • Na afronding van de educatieve minor/module ben je beperkt tweedegraads bevoegd. Je mag dan lesgeven in het vmbo en in de onderbouw van de havo en het vwo.
    Lees meer
  • Als je in het buitenland je lesbevoegdheid hebt gehaald, betekent dat niet automatisch dat je in Nederland als docent aan de slag mag: je moet je buitenlandse bevoegdheid eerst laten erkennen. DUO bekijkt jouw buitenlandse bevoegdheid en vertelt je of je daarmee ook les mag geven in Nederland.
    Lees meer
  • In het basis- en voortgezet onderwijs heb je een bevoegdheid nodig om voor de klas te staan, met uitzondering van leraren in opleiding en gastdocenten. Binnen het mbo is ‘bevoegd' geen wettelijke term: het schoolbestuur bepaalt daar of jij vakinhoudelijk, vakdidactisch en pedagogisch bekwaam bent.
    Lees meer
Begrippen en afkortingen

Opleidingen

  • Bol en bbl zijn twee verschillende leerwegen binnen het mbo. Bol betekent beroepsopleidende leerweg. Je loopt dan stage naast je opleiding. Bbl betekent beroepsbegeleidende leerweg. Hierbij werk je naast je studie bij een bedrijf of instelling. Kijk op de website van KiesMBO.nl voor meer informatie.
  • Ulo staat voor universitaire lerarenopleiding: je volgt een ulo altijd aan een universiteit. Ulo's kunnen educatieve masters zijn, maar ook minors of modules. Educatieve masters sluit je af met een eerstegraads bevoegdheid; educatieve minors en modules met een beperkte tweedegraads bevoegdheid.
    Lees meer
  • Een educatieve master is een universitaire lerarenopleiding die studenten opleidt tot eerstegraads bevoegde docenten. Deze master duurt twee jaar, tenzij je vakinhoudelijk, vakdidactisch of pedagogisch al voldoende studiepunten hebt behaald. De master kan dan een jaar of zelfs een half jaar duren.
    Lees meer
  • Aansluitend op sommige universitaire bachelors kun je een educatieve module volgen. Na deze module ben je beperkt tweedegraads bevoegd. Je mag dan lesgeven aan vmbo-tl en de onderbouw van havo/vwo. Met deze bevoegdheid heb je vaak recht op vrijstellingen als je doorstroomt naar de educatieve master.
    Lees meer
  • Het praktijkonderwijs valt onder het voortgezet onderwijs en is voor leerlingen die moeite hebben hebben met leren op een traditionele manier. Ze krijgen in kleine groepen les in een aantal schoolvakken, in praktijkvakken en in algemene vaardigheden, zoals zelfredzaamheid en werknemersvaardigheden.
    Lees meer
  • Tijdens enkele universitaire bachelors kun je een educatieve minor volgen. Na deze minor ben je beperkt tweedegraads bevoegd. Je mag dan lesgeven aan vmbo-tl en de onderbouw van havo/vwo. Met deze bevoegdheid heb je doorgaans recht op vrijstellingen wanneer je doorstroomt naar de educatieve master.
    Lees meer
  • Na afronding van de educatieve minor/module ben je beperkt tweedegraads bevoegd. Je mag dan lesgeven in het vmbo en in de onderbouw van de havo en het vwo.
    Lees meer
  • Het mbo staat voor middelbaar beroepsonderwijs. Het mbo leidt studenten op tot beroepsprofessionals. Er zijn zo'n 500 beroepsopleidingen waar je een mbo-diploma voor kunt behalen.
    Lees meer
  • Pabo staat voor pedagogische academie basisonderwijs. De pabo is de hbo-opleiding om leraar in het primair onderwijs te worden.
    Lees meer
  • Een kopopleiding is een 1-jarige hbo-lerarenopleiding waarmee je met een eerder behaald hbo- of wo-bachelordiploma een tweedegraads bevoegdheid kunt halen. Je komt in aanmerking voor de kopopleiding wanneer je in het bezit bent van een bacheloropleiding die direct aansluit bij een schoolvak.
    Lees meer
Begrippen en afkortingen

Overige begrippen

  • Het traditioneel vernieuwingsonderwijs bestaat uit verschillende onderwijsconcepten die afstand nemen van het reguliere, klassikale onderwijs. Dit zijn: montessori-, dalton-, vrije-, jenaplan- en freinetscholen.
    Lees meer
  • Een VOG staat voor Verklaring Omtrent Gedrag. Het is een papieren document dat aangeeft dat jouw gedrag (in het verleden) geen bezwaar vormt voor een bepaalde taak of functie. Hierbij wordt gekeken of je wettelijk gezien geen strafbare feiten hebt gepleegd.
    Lees meer
  • Tegenwoordig wordt de studielast uitgedrukt in ECTS (of EC’s), wat staat voor European Credit Transfer System. In het Nederlands wordt vaak met de term 'studiepunten' verwezen naar ECTS. Een studiejaar (1680 studie-uren) komt overeen met 60 ECTS-credits. Eén credit staat dus voor 28 studie-uren.
  • 10-14-onderwijs is voor leerlingen van 10 tot 14 jaar. Deze scholen staan ook wel bekend als tienerscholen. Leerlingen krijgen op deze scholen meer tijd om te ontdekken wat ze willen en kunnen en wat bij hen past, voordat ze een keuze voor een middelbare school moeten maken.
    Lees meer
  • Fte staat voor fulltime-equivalent. Het is een rekeneenheid waarmee de omvang van een aanstelling wordt uitgedrukt. 1.0 fte is een volledige werkweek. Een functie van 0,4 fte bijvoorbeeld is – uitgaande van een werkweek van 40 uur – een functie van 0,4 x 40 = 16 uur, wat neerkomt op twee werkdagen.
    Lees meer
  • EVC staat voor Erkenning van eerder Verworven Competenties. In een certificaat wordt vastgelegd welke kennis, inzichten en ervaringen je tot nu toe hebt opgedaan in je werk en tijdens je vooropleidingen. Een EVC-certificaat staat niet gelijk aan een bevoegdheid.
    Lees meer
  • De afkorting lwoo staat voor leerwegondersteunend onderwijs. Lwoo is onderwijs aan vmbo-leerlingen van de basis- en soms van de kaderberoepsgerichte leerweg. Het biedt leerlingen met leerachterstanden extra ondersteuning, zodat ze makkelijker hun diploma kunnen halen.
    Lees meer
  • ABP staat voor het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds. Dit fonds is verantwoordelijk voor de pensioensregelingen van onderwijspersoneel. Op de website van het ABP (link) staat meer informatie over deze pensioenregeling.
    Lees meer
  • Hogescholen en universiteiten mogen zelf aangeven welke voorwaarden zij aan docenten stellen. Veel onderwijsinstellingen verplichten docenten om in de eerste paar jaar een kwalificatie te halen aangeduid als basiskwalificatie onderwijs (BKO) of basiskwalificatie didactische bekwaamheid (BDB).
  • PhD staat voor Doctor of Philosophy. Een PhD is een promotietraject en tevens de hoogste academische graad die je kunt behalen. Hierbij doe je wetenschappelijk onderzoek en schrijf je een proefschrift. Je krijgt na afronding de titel dr. en wordt doctor in de wetenschap.
    Lees meer
  • Sommige scholen vallen onder het 'bijzonder onderwijs': zij gaan in hun onderwijsvisie uit van een bepaalde levensbeschouwing. Zo zijn er christelijke, islamitische en joodse scholen. Veel bijzondere scholen vragen hun personeel de levensbeschouwelijke identiteit van de school te onderschrijven.
    Lees meer
  • Het zij-instroomtraject is een tweejarig traject waarbij je tegelijkertijd werkt en leert. Je staat vanaf dag 1 voor de klas als leraar en je volgt daarnaast vakken op een lerarenopleiding. Om in aanmerking te komen voor een zij-instroomtraject heb je minimaal een hbo- of wo-diploma nodig.
    Lees meer
  • Primair onderwijs en basisonderwijs worden vaak door elkaar gebruikt, maar deze termen betekenen niet hetzelfde. Primair onderwijs is de parapluterm voor het reguliere basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs, het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs.
    Lees meer
Over het Onderwijsloket