Routes naar het leraarschap

Wat zijn de mogelijke routes om leraar te worden in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs of mbo? Ontdek jouw route naar het leraarschap!

Routes naar het leraarschap in het basisonderwijs

Om les te kunnen geven in het basisonderwijs heb je een lesbevoegdheid nodig. Deze behaal je meestal op een pabo (hbo), maar er zijn ook routes waarbij je je bevoegdheid behaalt op een universiteit, in combinatie met een universitaire bachelor. Je kunt een voltijd- of deeltijdopleiding volgen aan een pabo, eventueel met een versneld of verkort traject. Als je al een hbo-diploma op zak hebt, kun je ook in aanmerking komen voor een zij-instroomtraject. Lees hierover meer in onze kennisbank.

Routes naar het leraarschap in het voortgezet onderwijs

Om les te kunnen geven in het voortgezet onderwijs heb je een eerste- of tweedegraads lesbevoegdheid nodig. Het verschil in deze lesbevoegdheden zit hem in de klassen waar je dan les aan mag geven: met een eerstegraads bevoegdheid mag je namelijk ook lesgeven in de bovenbouw van de havo en het vwo. Een lerarenopleiding kun je volgen in voltijd of deeltijd op een hogeschool of universiteit. Ook kun je via een zij-instroomtraject je bevoegdheid halen. Lees hierover meer in onze kennisbank.

Routes naar het docentschap in het mbo

In het mbo kun je voor de generieke vakken, zoals Nederlands, Engels en rekenen, als docent aan de slag met een eerste- of tweedegraads bevoegdheid voor een bepaald schoolvak. Met diezelfde bevoegdheid kun je dat schoolvak ook geven in het voortgezet onderwijs.

Je kunt je eerste- of tweedegraads bevoegdheid ook halen via een zij-instroomtraject. Voor het mbo is er bovendien een speciaal zij-instroomtraject ontwikkeld om de instroom van toekomstige docenten uit het werkveld te stimuleren: het PDG-traject. Lees hierover meer in onze kennisbank.

Deze vragen worden ook veel gesteld over de routes naar het leraarschap

Zij-instroom

Stap 1: Oriënteren en solliciteren

  • Volgens een inventarisatie van het ministerie van OCW waren er in 2020, 384 routes die leidden tot een lesbevoegdheid. Er zijn drie hoofdroutes te onderscheiden: voltijdopleidingen, deeltijdopleidingen en zij-instroomtrajecten. We denken graag met je mee over de route die het best bij jou past.
    Lees meer
  • In principe duurt het zij-instroomtraject maximaal twee jaar. Volgens de wet mag je namelijk officieel niet langer dan twee jaar zonder bevoegdheid voor de klas staan in dit traject. Een maximale verlenging van twee jaar is mogelijk, mits daar een goede reden voor is.
    Lees meer
  • Je moet in dienst zijn bij een school om met een zij-instroomtraject te kunnen starten. Het is in de vacaturetekst echter niet altijd duidelijk of de vacature geschikt is voor zij-instromers. Neem in dat geval contact op met de school of stuur een open sollicitatie.
    Lees meer
  • Het zij-instroomtraject is een tweejarig traject waarbij je tegelijkertijd werkt en leert. Je staat vanaf dag 1 voor de klas als leraar en je volgt daarnaast vakken op een lerarenopleiding. Om in aanmerking te komen voor een zij-instroomtraject heb je minimaal een hbo- of wo-diploma nodig.
    Lees meer
  • De studiebelasting van een zij-instroomtraject staat niet vast. De meeste zij-instromers werken 0,4 fte en volgen daarnaast colleges aan een lerarenopleiding. In de praktijk komt het vaak neer op een volle werkweek maar een zij-instroomtraject is maatwerk en de belasting is dus voor iedereen anders.
    Lees meer
Zij-instroom

Stap 2: Het geschiktheidsonderzoek

  • Een geschiktheidsonderzoek bestaat ten minste uit (1) het portfolio: een document dat een overzicht geeft van al je relevante studie- en werkervaring, en (2) een assessment: een observatie van een praktijksituatie, met vaak een reflectiegesprek. Klik op ‘Lees meer’ voor een uitgebreide beschrijving.
    Lees meer
  • Het geschiktheidsonderzoek voor het traject 'Zij-instroom in het beroep' voor het primair onderwijs of voortgezet onderwijs wordt vaak uitgevoerd door de hogeschool waar jij je bevoegdheid gaat halen. De school waar jij in dienst bent als zij-instromer vraagt dit geschiktheidsonderzoek voor jou aan.
    Lees meer
  • Het halen van een geschiktheidsonderzoek is de start van een zij-instroomtraject. Er wordt bepaald of je direct voor de klas kunt en of je binnen twee jaar je bevoegdheid kunt halen. Haal je het geschiktheidsonderzoek niet, dan mag je niet starten met het zij-instroomtraject.
    Lees meer
Zij-instroom

Stap 3: Het zij-instroomtraject

  • Ja, je wordt als zij-instromer binnen een school begeleid. Je staat als zij-instromer direct zelfstandig voor de klas, maar er wordt binnen jouw school ook een ervaren docent aangewezen die jou kan begeleiden en coachen. Je maakt met de school afspraken over hoe die begeleiding eruitziet.
    Lees meer
  • Ja, je bent in dienst van een school en staat zelfstandig voor de klas. Je ontvangt gewoon salaris naar de omvang van jouw aanstelling.
    Lees meer
  • Ja, als je een zij-instroomtraject doet sta je in principe direct zelfstandig voor de klas. Het is namelijk geen stagetraject maar een leerwerktraject. Met het schoolbestuur maak je afspraken over hoe je bij jouw werkzaamheden wordt begeleid. Er moet bij de begeleiding in elk geval een bevoegde collega van de zij-instromer betrokken zijn.
    Lees meer
  • In principe duurt het zij-instroomtraject maximaal twee jaar. Volgens de wet mag je namelijk officieel niet langer dan twee jaar zonder bevoegdheid voor de klas staan in dit traject. Een maximale verlenging van twee jaar is mogelijk, mits daar een goede reden voor is.
    Lees meer
  • De studiebelasting van een zij-instroomtraject staat niet vast. De meeste zij-instromers werken 0,4 fte en volgen daarnaast colleges aan een lerarenopleiding. In de praktijk komt het vaak neer op een volle werkweek maar een zij-instroomtraject is maatwerk en de belasting is dus voor iedereen anders.
    Lees meer
  • Ja, om een zij-instroomtraject te doen moet je een aanstelling hebben op een school. Je bent dus een echte werknemer van de school en ontvangt ook gewoon een salaris. Wel zijn er vaste afspraken over het halen van je lesbevoegdheid. En als zij-instromer krijg je meestal een tijdelijk contract.
    Lees meer
Zij-instroom

Stap 4: Het getuigschrift

Zij-instroom

Zij-instromen in het mbo: het PDG-traject

  • Ja, mits het bevoegde gezag van een mbo-school aangeeft dat je ook vakinhoudelijk bekwaam bent om op die school les te geven. Iedere docent moet namelijk vakinhoudelijk, vakdidactisch én pedagogisch bekwaam zijn. Een PDG toont de laatste twee bekwaamheden aan.
    Lees meer
  • De term ‘bevoegd’ is geen wettelijke term binnen het mbo. Om in het mbo les te kunnen geven hoef je dus geen bevoegdheid te hebben. Met een tweede- of eerstegraads lesbevoegdheid ben je mogelijk wel benoembaar in het mbo. Het schoolbestuur van een mbo-school bepaalt of je bekwaam bent.
    Lees meer
  • Er zijn vooropleidingseisen verbonden aan een PDG-traject. Zo moet je minimaal een hbo-opleiding hebben afgerond of op een andere manier kunnen aantonen dat je hbo-werk/denkniveau hebt. In dat geval is ook minimaal drie jaar werkervaring vereist die relevant is voor het vak dat je wilt geven.
    Lees meer
  • Het PDG-traject is voor zij-instromers die les willen geven op een mbo-school. Voordat je start, bepaalt het bestuur van de school waar je gaat werken of je vakinhoudelijk bekwaam bent en of je geschikt bent om les te geven in jouw vak. Hiervoor moet je ook hbo werk- en denkniveau kunnen aantonen.
    Lees meer
Werken op school

Als leraar/docent

Werken op school

Als gastdocent

  • Je mag als gastdocent zonder bevoegdheid lessen verzorgen op school. Dat mag (op jaarbasis) gemiddeld 6 lesuren per week.
    Lees meer
  • Je kunt op vacaturesites zoeken met termen als ‘gastdocent’ en ‘gastles’. Daarnaast zijn er instanties en bedrijven die eigen personeel inzetten om gastlessen te verzorgen. Ook kun je zelf contact opnemen met middelbare scholen of mbo-instellingen om te zien of er vraag is naar jouw expertise.
    Lees meer
  • In het basis- en voortgezet onderwijs heb je een bevoegdheid nodig om voor de klas te staan, met uitzondering van leraren in opleiding en gastdocenten. Binnen het mbo is ‘bevoegd' geen wettelijke term: het schoolbestuur bepaalt daar of jij vakinhoudelijk, vakdidactisch en pedagogisch bekwaam bent.
    Lees meer
Werken op school

In een andere functie

  • Er zijn twee opleidingen tot instructeur: een 1-jarige mbo4-opleiding ‘Instructeur mbo’ en een 2-jarige educatieve associate degree tot onderwijsondersteuner. Om toegelaten te worden moet je inhoudelijke kennis van je vak hebben, bijvoorbeeld door relevante werkervaring en vooropleidingen.
    Lees meer
  • Praktijkopleiders begeleiden de stage en/of werkplek van (v)mbo’ers binnen hun bedrijf en onderhouden contact met de school waar de stagiairs hun opleiding volgen. Praktijkopleiders vervullen een belangrijke rol binnen het mbo: sommige mbo-studenten besteden meer tijd op de werkvloer dan op school.
  • Een intern begeleider (IB'er) begeleidt en ondersteunt bij leerlingenzorg op een school. Ook levert een IB'er een bijdrage aan het implementeren van vernieuwingen in het zorgbeleid op school. Het precieze takenpakket van een intern begeleider kan per school verschillen.
    Lees meer
  • Een remedial teacher geeft extra begeleiding aan kinderen in het primair onderwijs. Dat gebeurt tijdens of buiten schooltijd op verzoek van een leraar of van de ouders/verzorgers. Een remedial teacher helpt bijvoorbeeld met lezen, rekenen, spellen, of met concentratie- of planproblemen.
    Lees meer
  • Een school moet aan de onderwijsinspectie kunnen aantonen dat alle medewerkers in bezit zijn van een VOG en dus geen strafbare feiten hebben gepleegd die een bezwaar vormen voor de functie die zij uitoefenen.
    Lees meer
  • In een mbo-school bestaat het onderwijsteam uit docenten en instructeurs. Instructeurs zijn meestal verantwoordelijk voor de praktijkonderdelen van de opleiding. Ze geven regelmatig zelfstandig (delen van) lessen, maar altijd onder verantwoordelijkheid van een docent.
    Lees meer
Cao’s en wetgeving

Cao’s

Cao’s en wetgeving

Salaris

Cao’s en wetgeving

Arbeidsvoorwaarden

  • Ja, als je werkt in het onderwijs krijg je gewoon doorbetaald tijdens de schoolvakanties. Het aantal vastgestelde vakantiedagen in het rooster heeft geen invloed op de hoogte van je salaris.
    Lees meer
  • Ja, naast het reguliere salaris krijg je binnen het primair onderwijs ook vakantiegeld en een eindejaarsuitkering. Hoeveel je precies krijgt, hangt af van de hoogte van je salaris en van de sector waar je in werkt. Kijk hiervoor in de cao van jouw sector.
    Lees meer
  • Ja, in de cao's van het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs, het mbo en het hoger onderwijs staan afspraken vastgelegd over reiskostenvergoeding per kilometer. Kijk hiervoor in de cao van jouw (toekomstige) sector.
    Lees meer
  • Als je werkzaam bent in het onderwijs en je baan kwijtraakt, arbeidsongeschikt wordt of ziek wordt, heb je recht op de wettelijke voorzieningen. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) voert deze regelingen uit.
    Lees meer
  • Als je werkzaam bent in het onderwijs en je baan kwijtraakt, arbeidsongeschikt wordt of ziek wordt, heb je recht op de wettelijke voorzieningen. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) voert deze regelingen uit.
    Lees meer
  • ABP staat voor het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds. Dit fonds is verantwoordelijk voor de pensioensregelingen van onderwijspersoneel. Op de website van het ABP (link) staat meer informatie over deze pensioenregeling.
    Lees meer
  • Secundaire arbeidsvoorwaarden zijn extra voorwaarden waarover je kunt onderhandelen met je werkgever. Het gaat daarbij om over de vergoeding van reiskosten, vakantie- en verlofregelingen en (bij)scholingsmogelijkheden.
    Lees meer
  • De primaire arbeidsvoorwaarden gelden voor iedereen in het onderwijs. Ze gaan over arbeidsduur, over salaris, over regelingen bij ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid en over je pensioen. Deze voorwaarden staan voor iedere functie vastgelegd in de cao’s van de onderwijssectoren.
    Lees meer
Cao’s en wetgeving

Wetten en regels

  • Benader UWV als je wilt weten wat er met je uitkering of sollicitatieplicht gebeurt als je aan een voltijd- of deeltijdopleiding begint. Neem ook contact op met UWV als je wilt weten wat de gevolgen zijn op het moment dat je stage gaat lopen of aan een leer-werktraject begint.
    Lees meer
  • Omscholen naar een baan in het onderwijs kan invloed hebben op jouw uitkering of eventuele sollicitatieplicht. Overleg altijd met UWV en vraag goed na wat een overstap voor jouw financiële situatie betekent.
    Lees meer
  • Een VOG staat voor Verklaring Omtrent Gedrag. Het is een papieren document dat aangeeft dat jouw gedrag (in het verleden) geen bezwaar vormt voor een bepaalde taak of functie. Hierbij wordt gekeken of je wettelijk gezien geen strafbare feiten hebt gepleegd.
    Lees meer
  • Een school moet aan de onderwijsinspectie kunnen aantonen dat alle medewerkers in bezit zijn van een VOG en dus geen strafbare feiten hebben gepleegd die een bezwaar vormen voor de functie die zij uitoefenen.
    Lees meer
  • Als je geen mbo4-, havo- of vwo-diploma hebt, dan kun je met behulp van een 21+-toets toch aantonen dat jij het juiste werk/denkniveau hebt om aan een hbo-opleiding te beginnen. Je moet daarvoor wel 21 jaar of ouder zijn.
    Lees meer
  • In het basis- en voortgezet onderwijs heb je een bevoegdheid nodig om voor de klas te staan, met uitzondering van leraren in opleiding en gastdocenten. Binnen het mbo is ‘bevoegd' geen wettelijke term: het schoolbestuur bepaalt daar of jij vakinhoudelijk, vakdidactisch en pedagogisch bekwaam bent.
    Lees meer
Begrippen en afkortingen

Opleidingen

  • Bol en bbl zijn twee verschillende leerwegen binnen het mbo. Bol betekent beroepsopleidende leerweg. Je loopt dan stage naast je opleiding. Bbl betekent beroepsbegeleidende leerweg. Hierbij werk je naast je studie bij een bedrijf of instelling. Kijk op de website van KiesMBO.nl voor meer informatie.
  • Ulo staat voor universitaire lerarenopleiding: je volgt een ulo altijd aan een universiteit. Ulo's kunnen educatieve masters zijn, maar ook minors of modules. Educatieve masters sluit je af met een eerstegraads bevoegdheid; educatieve minors en modules met een beperkte tweedegraads bevoegdheid.
    Lees meer
  • Een educatieve master is een universitaire lerarenopleiding die studenten opleidt tot eerstegraads bevoegde docenten. Deze master duurt twee jaar, tenzij je vakinhoudelijk, vakdidactisch of pedagogisch al voldoende studiepunten hebt behaald. De master kan dan een jaar of zelfs een half jaar duren.
    Lees meer
  • Aansluitend op sommige universitaire bachelors kun je een educatieve module volgen. Na deze module ben je beperkt tweedegraads bevoegd. Je mag dan lesgeven aan vmbo-tl en de onderbouw van havo/vwo. Met deze bevoegdheid heb je vaak recht op vrijstellingen als je doorstroomt naar de educatieve master.
    Lees meer
  • Het praktijkonderwijs valt onder het voortgezet onderwijs en is voor leerlingen die moeite hebben hebben met leren op een traditionele manier. Ze krijgen in kleine groepen les in een aantal schoolvakken, in praktijkvakken en in algemene vaardigheden, zoals zelfredzaamheid en werknemersvaardigheden.
    Lees meer
  • Tijdens enkele universitaire bachelors kun je een educatieve minor volgen. Na deze minor ben je beperkt tweedegraads bevoegd. Je mag dan lesgeven aan vmbo-tl en de onderbouw van havo/vwo. Met deze bevoegdheid heb je doorgaans recht op vrijstellingen wanneer je doorstroomt naar de educatieve master.
    Lees meer
  • Na afronding van de educatieve minor/module ben je beperkt tweedegraads bevoegd. Je mag dan lesgeven in het vmbo en in de onderbouw van de havo en het vwo.
    Lees meer
  • Het mbo staat voor middelbaar beroepsonderwijs. Het mbo leidt studenten op tot beroepsprofessionals. Er zijn zo'n 500 beroepsopleidingen waar je een mbo-diploma voor kunt behalen.
    Lees meer
  • Pabo staat voor pedagogische academie basisonderwijs. De pabo is de hbo-opleiding om leraar in het primair onderwijs te worden.
    Lees meer
  • Een kopopleiding is een 1-jarige hbo-lerarenopleiding waarmee je met een eerder behaald hbo- of wo-bachelordiploma een tweedegraads bevoegdheid kunt halen. Je komt in aanmerking voor de kopopleiding wanneer je in het bezit bent van een bacheloropleiding die direct aansluit bij een schoolvak.
    Lees meer
Begrippen en afkortingen

Overige begrippen

  • Het traditioneel vernieuwingsonderwijs bestaat uit verschillende onderwijsconcepten die afstand nemen van het reguliere, klassikale onderwijs. Dit zijn: montessori-, dalton-, vrije-, jenaplan- en freinetscholen.
    Lees meer
  • Een VOG staat voor Verklaring Omtrent Gedrag. Het is een papieren document dat aangeeft dat jouw gedrag (in het verleden) geen bezwaar vormt voor een bepaalde taak of functie. Hierbij wordt gekeken of je wettelijk gezien geen strafbare feiten hebt gepleegd.
    Lees meer
  • Tegenwoordig wordt de studielast uitgedrukt in ECTS (of EC’s), wat staat voor European Credit Transfer System. In het Nederlands wordt vaak met de term 'studiepunten' verwezen naar ECTS. Een studiejaar (1680 studie-uren) komt overeen met 60 ECTS-credits. Eén credit staat dus voor 28 studie-uren.
  • 10-14-onderwijs is voor leerlingen van 10 tot 14 jaar. Deze scholen staan ook wel bekend als tienerscholen. Leerlingen krijgen op deze scholen meer tijd om te ontdekken wat ze willen en kunnen en wat bij hen past, voordat ze een keuze voor een middelbare school moeten maken.
    Lees meer
  • Fte staat voor fulltime-equivalent. Het is een rekeneenheid waarmee de omvang van een aanstelling wordt uitgedrukt. 1.0 fte is een volledige werkweek. Een functie van 0,4 fte bijvoorbeeld is – uitgaande van een werkweek van 40 uur – een functie van 0,4 x 40 = 16 uur, wat neerkomt op twee werkdagen.
    Lees meer
  • EVC staat voor Erkenning van eerder Verworven Competenties. In een certificaat wordt vastgelegd welke kennis, inzichten en ervaringen je tot nu toe hebt opgedaan in je werk en tijdens je vooropleidingen. Een EVC-certificaat staat niet gelijk aan een bevoegdheid.
    Lees meer
  • De afkorting lwoo staat voor leerwegondersteunend onderwijs. Lwoo is onderwijs aan vmbo-leerlingen van de basis- en soms van de kaderberoepsgerichte leerweg. Het biedt leerlingen met leerachterstanden extra ondersteuning, zodat ze makkelijker hun diploma kunnen halen.
    Lees meer
  • ABP staat voor het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds. Dit fonds is verantwoordelijk voor de pensioensregelingen van onderwijspersoneel. Op de website van het ABP (link) staat meer informatie over deze pensioenregeling.
    Lees meer
  • Hogescholen en universiteiten mogen zelf aangeven welke voorwaarden zij aan docenten stellen. Veel onderwijsinstellingen verplichten docenten om in de eerste paar jaar een kwalificatie te halen aangeduid als basiskwalificatie onderwijs (BKO) of basiskwalificatie didactische bekwaamheid (BDB).
  • PhD staat voor Doctor of Philosophy. Een PhD is een promotietraject en tevens de hoogste academische graad die je kunt behalen. Hierbij doe je wetenschappelijk onderzoek en schrijf je een proefschrift. Je krijgt na afronding de titel dr. en wordt doctor in de wetenschap.
    Lees meer
  • Sommige scholen vallen onder het 'bijzonder onderwijs': zij gaan in hun onderwijsvisie uit van een bepaalde levensbeschouwing. Zo zijn er christelijke, islamitische en joodse scholen. Veel bijzondere scholen vragen hun personeel de levensbeschouwelijke identiteit van de school te onderschrijven.
    Lees meer
  • Het zij-instroomtraject is een tweejarig traject waarbij je tegelijkertijd werkt en leert. Je staat vanaf dag 1 voor de klas als leraar en je volgt daarnaast vakken op een lerarenopleiding. Om in aanmerking te komen voor een zij-instroomtraject heb je minimaal een hbo- of wo-diploma nodig.
    Lees meer
  • Primair onderwijs en basisonderwijs worden vaak door elkaar gebruikt, maar deze termen betekenen niet hetzelfde. Primair onderwijs is de parapluterm voor het reguliere basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs, het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs.
    Lees meer
Over het Onderwijsloket